Deze stadsvilla is gebouwd in houtskeletbouw met aan de voorzijde een portaal en een verdiepte garagetoegang van beton. Het dak van het huis loopt tot tweederde van de woning, waardoor er een open dakterras ontstaat dat toegankelijk is vanaf de bovenste verdieping. De horizontale geleding van de woning wordt versterkt door de afwerking met horizontaal geplaatste latten van Western Red Cedar, die eveneens doorlopen, maar dan met tussenruimten, over de vensters. Een groot contrast vormt de glazen hoek over twee verdiepingen aan de tuinkant van de woning. Hierdoor treedt er aan de tuinzijde veel licht binnen. De woning is van binnen zeer ruimtelijk door een split level indeling. De woonlagen zijn visueel verbonden door vides.