Door een alliantie van een aantal particulieren met een corporatie die een deel van de woningen overnam, is het project gerealiseerd. Naast een aantal vrijstaande villa’s zijn er kleine rijtjes in zowel de koop- als de huursector. Alle architecten werden geïnspireerd door de theorieën van de antroposoof Rudolf Steiner, die meende dat een organische architectuur, met veel schuine lijnen, kosmische inspiratie bracht. Kamers zijn nergens rechthoekig, ramen en daken hebben een schuine belijning. Binnen is leemstuc gebruikt; buiten hout. De daken met sedumbeplanting vangen regenwater op, dat uiteindelijk terecht komt in de centrale vijver, waar riet voor de waterzuivering zorgt. Elk huis maakt gebruik van zonne-energie en heeft warmtewanden, waardoor het goedkoop én aangenaam wonen is. De wijk wordt omsloten door een bosrand. De woningen werden in twee fases gerealiseerd. De eerste fase werd in 2007 opgeleverd en bevat 55 wooneenheden. De laatste fase betrof enkele vrijstaande villa’s en een gemeenschapshuis. Dit laatste is nog geheel volgens de eerste uitgangspunten ontwikkeld en heeft een opvallend ruimtelijk element in de gevel. Iets wat het midden houdt tussen een toren en een duiventil. Het geheel doet denken aan een kloek die op haar eieren zit. De twee nieuwere villa’s vertonen vooral door hun kleur een afwijkende aanblik. Het is jammer dat een zo harmonische wijk uiteindelijk niet volledig in stijl tot voltooiing heeft kunnen komen. Dit bijzondere ecologisch project verschilt op een aantal punten van een gemiddelde nieuwbouwwijk. Auto's komen niet verder dan de parkeerplaats bij de ingang en in de wijk zelf is een breed wandelpad aangelegd. Door het ontbreken van schuttingen tussen de tuinen biedt de wijk de aanblik van een park dat natuurlijk overvloeit in de omringende bosschages.