In 1991 werd de eerste fase van het Flevoziekenhuis in gebruik genomen, wat toen nog een provinciaal ziekenhuis in een landelijke omgeving was, naar een ontwerp van Jan Tennekes. In 2009 werd de tweede fase opgeleverd. Het ontwerp van Wiegerinck Architecten sluit aan bij het eerdere ontwerp, maar het gebouw krijgt nu stedelijke allure. Door de terughoudende vormgeving en goede inbedding in de omgeving wordt een vanzelfsprekende verbinding met het nieuwe stadscentrum bereikt. Inclusief de 27.000 m² oudbouw beslaat het ziekenhuis nu in totaal 57.000 m².
Het oude gebouw, wit en strak, heeft een imposante glazen kapconstructie die als een galerij de verschillende afdelingen met elkaar verbindt. Om het oorspronkelijke gebouw heen is de nieuwbouw aangebracht als een lint van donkerbruine baksteen.
Opnieuw vormen glazen gangen de verbindingen tussen de afdelingen. Zij zijn nu doorgetrokken naar de buitenring. De extra functies zijn in deze ring opgenomen, bestaande functies kregen er een nieuwe plaats. De gevel is sterk horizontaal geleed en heeft afgeronde hoekpartijen. De ramen die over de hele
gevel doorlopen, benadrukken het horizontale karakter, net als het voegwerk dat horizontaal diepliggend met een lintvoeg is uitgevoerd en verticaal is opgevuld. De grote hal is vormgegeven als een plein waaraan winkels en een café-restaurant liggen. De talrijke banken, de vloerverwarming en de grote schemerlampen
nodigen uit tot rust en ontmoeten. Het ziekenhuis wordt weer een ‘gasthuis’.
In het nieuwe concept is veel aandacht voor het persoonlijke aspect van diverse zorgvoorzieningen: de kraamafdeling heeft nu ‘kraam suites’ zoals in een zorghotel, revalidatie- en reactivatie-afdelingen zijn uitgebreid en er zijn aparte ingangen voor dialyse- en radiologiepatiënten. De oplevering van de derde en laatste fase was in 2010.