Twee bevriende families hebben tweeling-woningen laten ontwerpen op naast elkaar gelegen kavels. De twee huizen schurken tegen elkaar aan. Ze zijn qua uiterlijk duidelijk van dezelfde origine, maar kregen toch een individuele articulering. De voorkeur van de opdrachtgevers ging uit naar rechte lijnen en geometrische vormen; maar het mocht niet saai worden. Dat is bereikt door ramen op onverwachte plekken in te voegen en een afwerking in verschillende materialen te kiezen. De woningen zijn naar de straatkant meer gesloten, maar aan de achterkant veel opener. Een royale hal met vide zorgt voor een verbinding tussen de begane grond en de verdiepingen.